Preview ‘Een omweg naar geluk’ (2)

Ik kom niet ver. Op het terras, met haar rug naar me toe, zit de zwart-witte bruid. Dat wil zeggen, eigenlijk zit ze niet op het terras, ze heeft een van onze stoeltjes precies naar de rand geschoven en leunt met haar voeten tegen de fontein. Voorzichtig beweeg ik me langs de stoeltjes naar haar toe, terwijl ik de fles La Grande Dame uit mijn opgerolde jack laat glijden. Op een stap afstand ontdek ik het roze etiket. Bovendien komt er na de fles ook een poleerdoek met daarin twee Riedel-glazen uit mijn jas tevoorschijn. Kennelijk heb ik mijn stagiaire beter getraind dan ik dacht. Mijn lach laat zich niet onderdrukken.

De bruid schiet naar voren in haar stoel.

‘Rustig maar,’ zeg ik direct.

‘Jij bent het.’ Ze ontspant zichtbaar. Zwiept haar benen weer over de leuning van het stoeltje en sluit haar ogen.

Ik pak een stoel van het dichtstbij staande tafeltje en ga naast haar zitten. De bruid doet haar ogen open en volgt mijn bewegingen als ik de kurk uit de fles draai, twee glazen inschenk en er een voor haar houd. De fles zet ik op de rand van de fontein.

‘Dat is het mooie aan champagne,’ zegt ze, terwijl ze het glas een stukje in de lucht houdt. ‘Die belletjes begrijpen het effect van het trotseren van de zwaartekracht. Alleen boven bereik je een climax.’

Het woord ‘climax’ dringt tot me door. De rest niet. Ik klink mijn glas tegen dat van haar. ‘Proost.’

Ze blaast wat lucht door haar samengeknepen lippen. ‘Proost.’ Ze neemt een slok. En nog een. Dan legt ze haar hoofd in haar nek. Haar blonde lokken glanzen in het licht van de zon, die het terras roodroze kleurt. Nog even en de nacht zet in. Ik trek mijn jack dichterbij en draai me onwillekeurig om naar het restaurant. Het laatste stelletje heeft het terras net verlaten en Louis klapt de paarse parasols een voor een dicht.

‘Waar toosten we op?’

Ik zeg het eerste wat in me opkomt. ‘Op bietjes.’

‘Bietjes? Die waren populair, hè?’ Haar mondhoeken krullen. ‘Alhoewel de cocktail je niet zo goed beviel, geloof ik?’

‘Allesbehalve.’

‘Je hoorde niets van wat ik tegen je zei.’

‘Nee, sorry daarvoor. Maar nu ben ik een en al oor.’

Ze zet haar glas op de grond en buigt een beetje naar voren. ‘Dat geloof ik graag.’

Ik steek mijn hand uit. Mooi dat ze niet weer weg rent. ‘Olivier.’

Haar koele hand glijdt in die van mij. ‘Fee.’ En direct voegt ze toe: ‘Alsjeblieft niet vragen waar mijn vleugels zijn. Ik weet dat mijn naam in het Frans hetzelfde betekent als in het Nederlands.’

‘Dat is het laatste wat ik je zou willen vragen.’

‘O?’ De nieuwsgierigheid kleurt haar stem. ‘Wat zou je me dan willen vragen?’

Ik verwerp onmiddellijk alles waar een bepaald lichaamsdeel graag een antwoord op wil. ‘Ik denk dat ik net als alle gasten in het restaurant maar naar een ding nieuwsgierig ben.’ Ik laat expres een kleine pauze vallen. ‘Welke modeshow heb jij vandaag verlaten zonder de jurk terug te geven?’

De lach die volgt, laat alle shit in mijn hoofd naar de achtergrond verdwijnen. ‘Hihi,’ hikt ze. ‘Dat hebben ze zich vast allemaal afgevraagd.’ Als ze is uitgelachen, trekt ze haar schouders een beetje op en slaat haar armen om zich heen. ‘Oscar de la Renta,’ zegt ze, en knikt naar beneden, naar de sleep met de witte blaadjes.’ Ze glimlacht nog een keer, maar haar ogen doen niet mee.

Photo’s by Luo Ping & Patrick Tomasso @Unsplash

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *